Als er nu één woord is wat me telkens weer te binnen schiet als een nieuw kind of jongere of zelfs volwassene zich aanmeldt in mijn praktijk is het wel : vleugels en meer bepaald gebroken vleugels. Wat de hulpvraag ook is, telkens zie ik een broos figuur voor mij op zoek naar een helpende hand, begrip, kracht.
Hoogbegaafd zijn is dan ook een complex gegeven. De ene gaat er dartelend mee door het leven, de ander worstelt er de rest van zijn leven mee.
Het is aan ons, coaches en therapeuten om de autonomie en het zelfvertrouwen van onze cliënten te helpen opbouwen zodat ze zich ten volle kunnen ontplooien en vol vertrouwen de zoektocht kunnen aangaan naar wat hen echt boeit, naar wat hen echt gelukkig maakt, naar wat hen echt vleugels geeft.
Hoe pakken we dit aan?
Elk individu is anders en uniek dus begint het steeds met luisteren naar zijn of haar verhaal: hoe verliep het leven tot nu toe? Tot welk moment ging alles nog goed en wanneer begon het wat moeilijker te worden?
Het is steeds een verhaal van teamwork: zoals Mönks in kaart bracht in zijn meerfactorenmodel spelen zowel het gezin, de peers (ontwikkelingsgelijken) als de school een belangrijke rol en dat is ook precies hoe we te werk gaan:
Kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong voelen zich vaak al op heel jonge leeftijd niet begrepen. Er gebeuren allerlei misverstanden waardoor ze beginnen te twijfelen aan zichzelf. Ze kennen bijvoorbeeld al alle kleuren voor ze naar de kleuterklas gaan en vragen een paars potlood aan hun vriendje. Tot tweemaal toe geeft die een ander kleur omdat hij de vraag simpelweg niet snapt. Of opa is ziek en daar liggen die kinderen op jonge leeftijd al heel hard over te piekeren. Ze zijn erg gevoelig
voor sfeer en emoties. Deze gevoelens kunnen ervoor zorgen dat ze zich bijvoorbeeld heel jong al gaan aanpassen in de klas. Ze doen maar wat van hen verwacht wordt en tonen niet meer wat ze in hun mars hebben. Het spreek vanzelf dat dit op termijn tot problemen kan leiden. Of het kind toont vervelend gedrag in de klas en wordt constant terechtgewezen wat dan weer leidt tot nog meer vervelend gedrag. Of het is in de klas een voorbeeldkind maar thuis is het precies alsof er een bom ontploft. Allemaal voorbeelden van aanmeldingen in de praktijk: ongeruste ouders, bezorgde leerkrachten, verdrietige kinderen.
Deze kinderen hebben nood aan uitleg dat ze misschien wel anders in mekaar zitten dan de andere kindjes in hun klas maar dat ze best oké zijn. We leren hen om te gaan met hun eigen zijn. Daarnaast is het belangrijk dat ze aangepaste leerstof aangeboden krijgen zodat ze tot leren komen. Dit gaat natuurlijk niet vanzelf. Ze zijn immers vaak van heel jongs af al gewoon dat alles vanzelf gaat en weten niet wat hen overkomt bij moeilijkere opdrachten. En dit is nochtans noodzakelijk om hen te leren leren, hen te leren dat leren een inspanning vraagt, hen te leren dat fouten maken mag. Bij jonge kinderen werk ik vaak rond Mindset. Met de figuurtjes Fixie en Growie leert het kind dat een uitdaging aangaan eigenlijk best wel spannend is, en dat doorzetten daarbij hoort en ook wel voldoening geeft. We gaan op zoek naar hun idolen en bekijken hun weg naar succes, spelen denkspelletjes, filosoferen enz…tot het moment dat ze klaar zijn om ook op school de uitdagingen aan te gaan. Ondertussen zet hun thuisomgeving ook in op procesbenoeming in plaats van de focus op resultaat. We zeggen niet langer: “wat een mooie tekening” of “schitterende punten” maar geven ook aandacht aan het proces “wat heb jij een mooie kleurencombinatie gebruikt, vertel mij eens hoe je daarbij komt?” of “wat knap dat jij zo hard gewerkt hebt voor deze toets” en leren het kind zo stap voor stap het pad van leren en inspannen ontdekken. Het is teamwork maar zo fijn als we dan voelen dat een kind terug zijn vleugeltjes heeft, dat het klaar is om uit te vliegen, dat het het leven lachend tegemoet treedt. Dan laat ik het los met een heel warm hart…
Jongeren in de middelbare school komen al even gekwetst binnen: opeens lukt het niet meer, ze hebben onvoldoendes op school en melden zich aan met gebroken vleugels. Ook hier is teamwork aan de orde. Eerst ga ik met de jongeren aan de slag om te ontdekken waarom het (plots) niet meer lukt. Veelal zijn ze door de lagere school gevlogen en hebben ze nooit een noemenswaardige inspanning moeten leveren. Dan komen ze in het middelbaar zonder tools om te leren. Ze weten gewoon niet hoe ze het moeten aanpakken. Uiteraard hebben ze de theorie daarrond al vele malen gehoord maar die was voor hen (nog) niet van toepassing: samenvatten? herhalen? was niet nodig en nu plots wel… Veelal zie ik de hoop in hun ogen al oplichten wanneer ze de uitleg krijgen dat zij oké zijn, dat ze de ‘leren-tools’ nog moeten ontwikkelen en dat het dan wel zal lukken, dat niets verloren is. Vaak moeten ze dan al maanden (of misschien wel jaren) horen dat ze het niet kunnen, dat ze lui zijn en voelen ze zich heel erg dom. Hun het vertrouwen geven dat ze dit proces wel degelijk in handen kunnen nemen is de eerste stap. Ook hier is de hulp van de thuisomgeving en de school onontbeerlijk. Ouders zijn vaak hopeloos en moedeloos. Ze begrijpen niet hoe dit kan. Hun kind is toch slim? Dan wordt er gezocht waar de jongere eerst kan leren om een inspanning te leveren: kan hij of zij taken doen thuis, kan de inspanning verhoogd worden in eerste instantie bij dingen die hij of zij wel graag doet zoals muziek of sport? Het is immers fijn als er daar (snel) kan geproefd worden dat een inspanning wel degelijk resultaat oplevert. Eenmaal de eerste stappen gezet zijn kunnen we die inspanningen ook op schools vlak implementeren met daarnaast het oefenen en opbouwen van executieve functies zoals plannen, organiseren, timemanagement enz… We bespreken dat in de coachingsessies maar tegelijkertijd krijgen ouders ook handvaten mee: blijven geloven in de jongere, zijn of haar planning helpen opvolgen, interesse tonen bij elke inzet, elke inspanning positief benaderen. Het is vaak een lange en moeilijke tocht die veel geduld vraagt van de omgeving. Ook de leraars moeten begrijpen dat het geen kwestie is van niet willen, maar dat het een kwestie is van ‘leren leren tools’ ontwikkelen.
Elke jongere die zich aanmeldt met dergelijke problematiek heeft een enorme wilskracht. Het vraagt alleen heel wat tijd om die te ontwikkelen en zoals elke sporter, elke muzikant, elke artiest heeft ook onze hoogbegaafde jongere supporters en coaches nodig die blijven geloven in hem of haar, ondanks de mislukkingen. En ook daar is het ontzettend fijn om de jongere te zien groeien in zelfvertrouwen, terug met – vaak nog broze – vleugels te zien uitvliegen maar met de zekerheid dat falen niet onomkeerbaar hoeft te zijn. Voor elk probleem kunnen we op zoek gaan naar oplossingen, sterktes diep in de jongere zelf.
Tenslotte is er de groep volwassenen die zich aanmeldt, voornamelijk met loopbaanvragen. Ze hebben soms nog maar recent ontdekt dat ze hoogbegaafd zijn of vragen het zich af. Ze botsen telkens weer op dezelfde barrières in hun werk: ze hebben het moeilijk om hun ideeën voor iedereen te verwoorden, ze botsen met collega’s die misschien niet zo efficiënt werken, ze hebben moeite met logge structuren en vaste regels, ze ontdekken dat ze na een paar jaar telkens weer de jobinhoud beu zijn zodra het nieuwe eraf is… noem maar op. Ook voor hen bestaat geen handleiding. Met hen bewandel ik samen de weg van hoe ze met die moeilijkheden kunnen omgaan. Soms is het nodig om te ontdekken welke waarden en normen voor hen nu echt belangrijk zijn en hoe ze die in de markt kunnen zetten, soms oefenen we op communicatie: hoe kan ik mijn ideeën verstaanbaar onder woorden brengen of hoe kan ik opbouwend feedback geven. Evengoed moet de zoektocht naar talenten nog gebeuren: wat zijn nu eigenlijk mijn talenten en wat is de context waarin ik die ten volle kan laten ontwikkelen. Stuk voor stuk heel boeiende thema’s met als doel om met een grotere dosis zelfkennis en tools aan de slag te kunnen op de arbeidsmarkt. Ook voor de student die zich afvraagt welke richting hij wil bewandelen na zijn middelbare studies is een dergelijk traject zinvol. We brengen zijn of haar competenties en talenten in kaart, zoeken uit wat de energiebronnen zijn en in welke richting hij of zij dit zou kunnen verder ontwikkelen. Het is een leerrijke tijd van zelfreflectie en stilstaan…en weten dat niet elke keuze voor het leven hoeft te zijn. Even een paar jaar vooruit kijken is goed genoeg, dan komt er ongetwijfeld terug nieuwe inspiratie op zijn of haar pad.
Ik ben dankbaar voor de mensen die dagelijks mijn praktijk binnenstappen, dankbaar dat ik deel mag uitmaken van hun zoektocht, naar hun groei. Dat is waar we als Hoogbloeier allemaal stuk voor stuk door gepassioneerd zijn: meelopen, meedenken met elke cliënt op zoek naar dit pad dat hen terug vleugels kan geven…
Copyright © 2019 Sophie Vanbiervliet – Psychotherapeut en (loopbaan)coach – www.talentenroos.be – regio Brugge – Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit artikel mag worden verveelvoudigd, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur. Online delen mag mits vermelding van auteur en link naar dit artikel.